Floppy
Een floppydisk was een veelgebruikt opslagmedium voor software van een computer. Het werd in de tachtiger jaren voor velen betaalbaar en daardoor populair voor gegevensopslag en -transport tussen verschillende computers en als extern geheugen of back-up.
Uiterlijk
Een floppy is een dun, flexibel, plastic schijfje van 5¼ inch doorsnee, bedekt met een magnetiseerbaar laagje en mechanisch beveiligd tussen twee velletjes synthetisch vilt in een vierkant of rechthoekig omhulsel van stevig papier. Voor het lezen en schrijven werd een zogenaamde floppydiskdrive (FDD) gebruikt, dat niet hetzelfde is als de oude IBM 'fixed disk drive' harde schijf.
Een uitkomst
De floppy was een uitkomst voor computergebruikers, doordat het hiermee niet meer nodig was om een lege ruimte op de toen in gebruik zijnde analoge cassettebandjes te zoeken. Vanaf nu kon men volstaan met het commando 'Save' en de FDD software verdeelde de data over de beschikbare vrije ruimte op de floppy.
Beperking
Aan het eind van de tachtiger jaren kwam de 3½ inch diskette in opkomst met grotere capaciteit, hogere snelheid en een kleiner formaat. Door de groeiende omvang van de programmatuur ontstond de behoefte aan nog grotere capaciteiten waardoor tegen het eind van de jaren negentig vaker de cd-rom werd gebruikt. Een harddisk was tot in de jaren negentig nog erg duur voor thuisgebruik.
Verdwijning
Met de opkomst van internet, de harddisk en de cd-rom, werd opslag op 5¼ en 3½ inch diskette steeds minder productief. Tegenwoordig wordt voor externe opslag vaker gebruikgemaakt van magnetische of elektronische schijven en elektronische USB-sticks of geheugen kaarten. Voor back-up wordt in professionele omgevingen in mindere mate gebruikgemaakt van tapedrives (zoals DAT), doordat de (externe) servers of cloud deze tapes aan het verdrijven is.
Virussen
Ook in de tijd zonder internet waren er virussen. Een diskette voor een DOS computer bevat een Master Boot Sector (MBR) en kon misbruikt worden om virussen in te plaatsen. Wanneer een geïnfecteerde MBR-diskette in het diskettestation zat en men startte de pc op, dan werd het virus geactiveerd. Door eerst met een virusscanner de diskette te controleren zou in principe de verspreiding van MBR-virussen tegengegaan kunnen worden. De meeste computergebruikers hadden toen echter geen virusscanner geïnstalleerd en als men er eentje had, was deze meestal niet up-to-date, omdat updates moeilijk te verkrijgen waren in een tijd zonder internet.